De zaak Torfs

Eric Diepvens|www.crimezone.nl|29/05/2008


Boeiend, hoogstaand en sereen
De naar het Leuvense uitgeweken Limburger Jo Claes is leraar in het secundair onderwijs. In 1985 publiceerde hij zijn eerste boek, de verhalenbundel De stenen toren, dat bekroond werd met De Prijs van het Beste Debuut. Ondertussen publiceerde hij nog een aantal novellen en romans. Ook is hij medeauteur van verschillende non-fictie publicaties die in de Christelijk-religieuze sfeer liggen. En nu ligt zijn eerste spannende boek in de winkelrekken.

In De zaak Torfs volgen we, de net naar het Leuvense politiekorps overgeplaatste, hoofdinspecteur Thomas Berg die onderzoek moet doen naar de zelfmoord van Pieter Torfs. Pieter was een wereldvermaard restaurateur van religieuze schilderijen, die recent al zijn professioneel krediet in de kunstwereld verspeeld had door een echtheidscertificaat af te leveren voor een schilderij, dat een vervalsing bleek te zijn.
Thomas heeft al snel bedenkingen bij de zelfmoordtheorie en start een moordonderzoek op. Als enkele dagen later één van Pieters kennissen ook dood aangetroffen wordt, weet Thomas dat hij op het juiste spoor zit. Maar het is geen voor de hand liggende zaak om zowel dader als motief te vinden en tegelijkertijd ook nog de commissaris en de onderzoeksrechter tevreden te houden.

Is het puur toeval, of is de thematiek van kunst in het spannende boek aan een bloeiperiode bezig? Eind vorig jaar was er John Sandford met Verborgen boodschap, en dit jaar vissen, naast dit boek onder andere ook, Niets is ooit (Toni Coppers) en Kunst zonder genade (Jac. Toes & Thomas Hoeps) in dezelfde vijver.

De auteur kan zijn verleden als romanschrijver niet verstoppen, en dat is maar goed ook, want het geeft een extra dimensie aan het boek. Zo sluit zijn kabbelende vertelstijl perfect aan bij de serene wereld van de religieuze kunst en draagt het bij aan de geloofwaardigheid van het geheel. Net als een schilderij, is dit werk een rustpunt in een gerne waarin vaart en actie gemeengoed zijn. Claes’ stijl doet denken aan de vertelwijze van de Skandinavische auteurs, maar bezit toch een zekere eigenheid.

Ook heeft de auteur veel aandacht voor zijn personages, gebruikte locaties en de achtergronden van het verhaal. Zo evolueert het hoofdpersonage van een nobele onbekende bij de eerste kennismaking tot een minzame kennis, waarmee de lezer best eens een flesje wijn wil opentrekken.

In de loop van het verhaal steekt de lezer bovendien nog het één en ander op over de symboliek in de laatmiddeleeuwe kunst. Zo waren, in een tijd dat analfabetisme hoogtij vierde, schilderijen een ideaal hulpmiddel om de man van de straat toch enige morele waarden bij te brengen. Een gegeven dat heden ten dage volledig teloor is gegaan.

En ook qua plot slaagt De zaak Torfs met glans: de keuze om het verhaal niet chronologisch te vertellen, zorgt ervoor dat de eerst de nieuwsgierigheid gewekt wordt. Daarna wordt de lezer ingewijdt in de gebeurtenissen die vooraf gingen waardoor de lezer gedurende het laatste stuk een betere kijk heeft op de zaak dan de politie, maar zonder te weten hoe de vork in de steel zit. Dat laatste mag de lezer gelijktijdig met het hoofdpersonage ontdekken. Vakwerk dat nog plezierig wegleest ook.

Met De zaak Torfs heeft Jo Claes zijn visitiekaartje afgeleverd in de wereld van het spannende boek. In tegenstelling tot de nogal nietszeggende cover is de auteur erin geslaagd een boeiend verhaal te vertellen dat opvalt in de massa en dat kwalitatief hoogstaand is. Het is nu al reikhalzend uitkijken naar een eventuele tweede policier van deze auteur en Thomas Berg mag best opnieuw van de partij zijn.